Burggraaff in Bodegraven
De familie Burggraaff kent een lange en innige geschiedenis met het historische centrum van Bodegraven. Toen Adrianus Burggraaff in 1912 zijn ijzerwarenwinkel voor de landbouw aan de Kerkstraat opende, keek men vanaf het kerkplein nog zo de polder in. Bodegraven was in die tijd een kleine, vooral agrarische gemeenschap en de firma Burggraaff boerde daar goed in.
Vanuit zijn ijzerwarenzaak verkocht ‘Janus’ rieken, schoppen en koptouwen en nog voor het begin van de oorlog verkocht hij vanuit een naburig pand zijn eerste melkmachine. Na de oorlog werden handel en industrie steeds belangrijker. De woningbouw nam toe, waardoor Bodegraven langzaam groeide en de polder zowel letterlijk als figuurlijk steeds verder uit zicht raakte.
Van vader op zoon
In die tijd begon ook de verkoop van de melkmachines, waardoor het familiebedrijf van Burggraaff floreerde. Toen Adrianus in 1943 overleed, namen zijn zonen Gerrit en Baan Burggraaff de bedrijven over. In de jaren die volgden groeiden de bedrijven met Bodegraven mee. Ze werden overgegeven van vader op zoon en aan het begin van de 21ste eeuw was de familie Burggraaff eigenaar van de meeste panden op de kruising van de Kerkstraat en het Voorplein.
Toekomst vormgegeven door historie
Vandaag de dag is alle industrie grotendeels naar de randen van de gemeente verplaatst. Hierdoor is de bedrijvigheid langzaam verdwenen uit het ooit zo bruisende historische centrum. Om iets terug te doen voor de gemeente waar ze zoveel aan te danken hebben, maakt Ad Burggraaff nu ruimte op de hoek van de Kerkstraat en het Voorplein voor de inwoners. Met Pastoriestaete bouwt Burggraaff aan de toekomst van Bodegraven, ingegeven door de geschiedenis van de locatie.
Het kerkplein door de jaren heen
